Het huis is leeg, de serre is leeg, en de maag is leeg, een mens zou voor minder vervroegd aan zijn winterdepressie beginnen, want we weten ondertussen dat we
mieljaarde nondepie nog niet aan de nief patattekes zijn. "Goed eten he, da komt allemaal goe", zegt de bezorgde mama. Allez, in de rapte dan. Een Italiaanse klassieker, eentje die je MOET kennen als je hem nog niet kent. Voor als je door omstandigheden weinig zin hebt om te koken, je bent maar alleen of er komen net onverwacht vrienden op bezoek en je hebt 'niks' in huis. Of voor op het einde van de maand als de sollen op zijn (als kotstudent misschien al ergens in de helft van de week), want het is een gerecht uit la cucina povera.
Spaghetti aglio olio e peperoncino.
De ingrediënten (waarvan de meeste optioneel, door wat te spelen met de combinaties hoef je zelfs in moeilijke tijden nooit twee dagen na mekaar hetzelfde te eten - een luxe waar je recht op hebt in mijn ideale wereld) :
- spaghetti (fijn)
- aglio : look, een dikke teen per persoon (liever teveel dan te weinig)
- olio : olijfolie (sommigen gebruiken arachideolie), ongeveer een dikke soeplepel per persoon, liever teveel dan te weinig)
- peperoncino : peperkes : zoveel als ge durft maar liever teveel dan te weinig, met al die olie valt de scherpte wel mee. Hoeveelheden opgeven is bij pepers trouwens niet echt relevant (één halfke van mijn habaneros, zijn misschien wel tien van die supermarkt dingetjes, hou gewoon wat gedroogde pepervlokken bij de hand om te corrigeren als het scherpte mist want dat is toch makkelijker dan andersom)
- platte (Italiaanse) peterselie (optioneel)
- theelepel (riet)suiker (optioneel)
- parmesan (optioneel)
- ansjovis (optioneel, mag gewoon uit blik)
Kook de spaghetti (in flink gezouten water). Maak ondertussen de olijfolie warm met look (dunne plakjes) en pepertjes (snippers) op een niet al te hoog vuur. De look mag kleuren maar niet bruin worden, hou de pan dus in de gaten (door de look te koken verliest hij wat van zijn bitterheid maar als je hem bruin stookt wordt hij juist bitterder).
Als je peterselie (versnipperd) gebruikt dan mag een deel al mee in de olie, de rest (of toch gewoon alles) hou je dan om te garneren.
In sommige recepten wordt ook een beetje suiker toegevoegd (in verhouding doen meer recepturen het niet dan wel), ansjovis wordt al ietske couranter toegepast (ongeveer fifty fifty). De ansjovis lost bijna volledig op in de warme olie en verandert helemaal van smaak als je bang moest zijn dat je seffens een bord kattevoer gaat serveren. Ik heb de
all'olio al zo vaak zonder gemaakt maar 'met visjes' is echt wel een verrassing (wel wat zouter dus iets minder zout in het kookwater). Maar dus evengoed optioneel, als je al geen liefhebber bent van ansjovis, laat het er dan maar uit (ahja, gebruik ook de olie van de visjes!).
Wanneer de spaghetti beetgaar is afgieten, maar nog beter gewoon overlepelen; er mag dus gemorst worden met kookvocht in de saus (sommigen doen zelfs sowieso een pollepelke kookvocht bij de olie - opgepast, er komt dan leven in uw pan).
Goed doorroeren zodat alle
pieten onder de olie zitten (vuur weer niet overdreven hoog want ondanks alle olie kan de pasta beginnen kleven aan de pan, en de pasta ook niet te lang in de olie, de pasta moet blinken in de olie, niet verzadigen). Klaar.
(filmpjeuh!)
Slechte foto's - waarvoor mijn excuses (veel te grote honger ... onder andere) - maar een extreem lekker bord, laat je daarover absoluut niets wijsmaken. Gewoon uitproberen, je verliest er amper een euro aan en het is een van de makkelijkste gerechten die je ooit zal leren maken (en je zal het gegarandeerd vaak maken). Ahoh, en het huis ruikt verrukkelijk. Zet dus volgend seizoen zeker platte peterselie, look en pepertjes in de moestuin moest je dat nog niet van plan zijn (nu weet je meteen waar al die pepers en look hier naar toe gaan ;-).
Voor de echt low budget variant vervang je de parmesan door armeluisparmesan : pangrattato. (zuurdesem)brood drogen, verkruimelen en goudbruin bakken in olijfolie met wat zout en een geplette knoflookteen.
Smakelijk.
In dezelfde categorie (comfortfood) kreeg ik deze week een prachtig kookboekje : "de brooddoos" van Lut De Clercq en Tony Le Duc. Jaja, op zo'n momenten leert men zijn vrienden kennen (nogmaals bedankt HerrHerr) ;-)
Ook de muziek gaat ons zalven. Morgen nog eens naar Luka Bloom in het Depot in Leuven, kan al lang niet meer tellen de hoeveelste keer. Hopelijk speelt hij
te adoro, één van m'n lievelingsnummers van het eerste uur (ApolloRock, Meerhout); misschien moet ik het hem gewoon eens vragen (check!, fingers crossed, maar ik kan mijn kansen ook vergroten door overmorgen eveneens naar de Cactusclub in Brugge te trekken - 't wordt toch hondeweer, en zo zonder hond trekt dat op niet veel). Ondertussen gaan we af en toe eens bij
Dr. Rosen Rosen op consultatie. Gratis, ook niet duur.