Rosemarie helpt haar 'pappatje' graag. Met om het even wat. Dat zal vast ooit anders zijn, daar ben ik me van bewust, maar voorlopig geniet ik er meer van dan ze het zelf beseft. Niet alleen in de keuken maar ook met de plantjes (vaak ook in de keuken).
Bij 'zaaien voor kinderen' denken we spontaan 'groot', grote zaden, grote planten. Ik heb ze zo ook in het tuinplan voor "'t scholeke" gebruikt : pompoenen, zonnebloemen, nasturtium,... om van de bollen nog maar te zwijgen. Makkelijk voor die kleine handjes en majestueuze resultaten waar onze kleine prinsesjes en prinskes trots op kunnen zijn :ikke ... van mij, blinkende oogjes op stralende gezichtjes.
Maar met de kleinere zaden is het altijd zo'n gedoe. Het resultaat is nochtans voorspelbaar : al het zaad ligt op een hoopje in altijd hetzelfde hoekje.
Maar voor morgen heb ik een plan. Eerst gaan we tekenen, daarna gaan we schilderen en pas dan komen de kleine zaadjes er aan te pas. En toch waren we de hele tijd al aan het zaaien. Huh ?
We gaan zaadmatjes maken. Papa zal stukjes krantenpapier knippen die perfect in het zaaibakje passen, en dan tekenen we hier en daar nog wat op het papier - maar papa zal er vooral op letten dat er op verdacht regelmatige plaatsen rondjes worden getekend. Op die rondjes gaan we verven, niet zomaar verf maar bloemverf (leuk pappatje, ga jij koken, ik jou helpen) en pas als onze plakkerige witte stippen éénmaal op het papier staan gaan we zaaien, op de stipjes. Wat niet plakt, niet pakt, en zo hebben we (in theorie) onze eigen zaadlint gemaakt. Op papier op papier.
22 nieuwe tomatenrassen besteld. Althans dat was toch de bedoeling. Daarmee zou de collectie halt houden op 98 stuks en omdat dat zo'n jammere afstand van de kaap van 100 was had ik de gulle ruilcollega om nog twee 'goeikes' gevraagd. Zopas mijn pakje toegekregen en er zaten er een stuk of 40 extra bij.
Nu moet ik dus 100 keer van mijn hart een steen maken, want ik heb vorig jaar gemerkt dat 42 planten zowel op papier als in praktijk zowat het maximum is voor de serre die ik nu gebruik, toch als ik er ook nog andere planten wil zetten (paprika, peper, meloenen,..). Door de serre niet te gebruiken voor andere teelten krijg ik nu soms al het brandmerk 'goed gek gij' op het pelleke geschroeid.
Maar het zijn dan ook geen jannekes en miekes die ik gekozen heb, soms nog minder diegene die ik er bij gekregen heb. (Voor men mij voor gulzig aanziet : ik heb mijn goede vriend uit Scottdale, USA, een even leuke enveloppe bezorgd).
Misschien moet ik dit jaar maar andere rassen voorzien voor de planten die ik uitdeel. Niet dat dit de keuze enigszins zou vergemakkelijken maar het zou me toch de kans geven om nog meer rassen zelf te proeven. De planten mogen dan voor mijn part willekeurig getrokken worden, zodat ik er niet van kan verdacht worden om de betere planten voor mezelf te houden. De mensen worden steeds meer paranoïde ;-)
Toevallig op de site van prof. Van Cotthem terecht gekomen, u weet wel van de terracottem (de bodemverbeteraar). Hij heeft een aantal projecten waarvoor hij zaden verzamelt zodat de mensen lokaal in hun eigen voedsel kunnen voorzien. Een nobel project met vele voor- maar zelfs ook tegenstanders. Zaden krijgen is alleszins goedkoper dan ze te moeten gaan kopen, en zaden geven is voor een tuinder zo natuurlijk als plassen. Dus gisteren een hele lading meloen en andere zaden in een enveloppe gedaan met als uiteindelijke bestemming een vluchtelingenkamp in Algerije (tussenstop : Zaffelare). Mijn bijdrage is peanuts in vergelijking met de kartonnen dozen vol zaden die sommige tuinclubs aanbrengen maar toch nog altijd een paar honderd zaden die stuk voor stuk goede plantjes kunnen geven. Dit tuinseizoen moet ik maar eens wat minder zaad weggooien van meloenen en pompoenen, want dat schijnen zowat de meest gegeerde vruchten te zijn. Pompoenen zijn dan ook geweldige all-rounders die niet mogen ontbreken in de tuin, ook al nemen ze soms wat meer plaats in beslag (de pompoen laat zich vrij goed 'leiden' dus leidt hem niet om het tuintje, maar eens een keertje om zichzelf), of zet hem om een plaats waar hij ongeremd z'n gang mag gaan (bv op de composthoop).
De kippen hebben hun eerste eieren van na de winter ook gelegd, heel lange eieren; ofwel hebben ze te lang met hun ei gezeten, ofwel is de krent gekrompen, je zou voor minder in de niet aflatende vrieskou. 't Mag gaan stoppen nu, 't is genoeg geweest. De kou.

Het enige echte perpetuum mobile lijkt wel de wetenschap zelf te zijn. Die schijnt er maar niet in te slagen ergens een conclusie over te trekken die ze ook een paar jaar kan volhouden en zo houdt zij vooral zichzelf aan de wiggel. "Doe haar maar niet op de composthoop", dan had de wetenschap het niet over de schoonmoeder maar over onze lokken (en die van onze dieren). Nu blijkt haar weer wel een
De verwarmde kweekkast zit nu ook bijna vol. Zaterdag wat snoeihout gaan lenen bij een druiven en vijgen verzamelaar. Resultaat : 11 druivensoorten en 5 vijgen. Ik was daar niet alleen dus het ene stukje was logischerwijze al wat langer dan het andere maar ik heb toch altijd minstens twee stekken per soort kunnen klaarmaken. Had ik het geweten dan had ik mijn twee kartonnen dozen vol snoeihout van mijn 'gewone' Boskoop en Witte Van der Laan meegenomen. Blijkbaar hebben ook de verzamelaars een haat-liefde verhouding met die rassen, ze doen het onder het druivenkot in elk geval met minimale zorgen behoorlijk goed maar ik heb dan ook (voorlopig) weinig vergelijkingsmateriaal.
Het is weer voorbij, we kunnen er weer aan beginnen. Ik wens voor mezelf een 'gewoon, gewoon goed' jaar en ik gun iedereen uiteraard minstens dit weinig ambitieuze verloop. Wat je als kleine sloeber al snel door had wordt als oude snoeper steeds duidelijker : de tijd lijkt steeds sneller te gaan met het ouder worden; als de nasmaak van het desert van vorig jaar nog op de tong ligt dan is het einde van de pelicule waarschijnlijk niet ver meer af ...